BLOG
KATEGORİDEKİ DİĞER YAZILAR
In het afgelopen decennium zijn microplasticresten in zowel mariene als zoetwatersystemen een opkomend probleem geworden. Er is een groeiende belangstelling voor het begrijpen van de effecten van microplastics op in het water levende dieren, omdat hun effecten nog steeds niet volledig worden begrepen. Microplastics verschenen voor het eerst als bolletjes in planktonscheuten voor de kust van New England in Noord-Amerika in de jaren zeventig. Sindsdien zijn microplastics aangetroffen in de meeste grote watermassa's (oceanen, zeeën, meren en rivieren).
Microplastics zijn plastic deeltjes die kleiner zijn dan 5,0 mm. De ondergrens (grootte) van microplastics is niet gedefinieerd; het is echter gebruikelijk om de maaswijdte van Neuston-mazen (333 m of 0,33 mm) te gebruiken die worden gebruikt om monsters te verzamelen. Er zijn twee manieren waarop microplastics zich vormen en in het water terechtkomen: primaire en secundaire microplastics. Primaire microplastics bestaan uit gefabriceerd ruw plastic materiaal zoals onbehandelde plastic pellets, scrubbers en microbeads die via landafvoer in de oceaan terechtkomen. Secundaire binnendringing van microplastics vindt plaats wanneer grotere plastics (meso- en macroplastics) een strand of oceaan binnendringen en mechanische, foto- (oxidatieve) en/of biologische afbraak ondergaan. Deze degradatie breekt grotere stukken in steeds kleinere stukjes plastic die uiteindelijk niet meer waarneembaar zijn voor het blote oog.
Microplastics hebben veel toepassingen. Zo worden microbeads gebruikt in producten voor persoonlijke verzorging, zoals exfolianten in gezichtspeelings. Microplastics worden ook gebruikt om medicijnen te leveren in sommige medische toepassingen. Vezels die uit synthetische kleding en touw worden afgeworpen, zijn microplastics, net als deeltjes die worden gebruikt in "media-spray"-processen om bootrompen en grote machines schoon te maken. Veel van deze microplastics, microbolletjes en vezels zijn klein genoeg om door afvalwaterzuiveringsinstallaties te gaan en in een stroomgebied te komen.
De effecten van microplastics op dieren in het wild zijn momenteel niet goed bekend. Er is echter vastgesteld dat een aantal organismen, zowel gewervelde als ongewervelde dieren, microplastics binnenkrijgen. Deze monsters vertegenwoordigen een groot aantal organismen met verschillende voedingsmechanismen, waaronder detritivoren, sedimentvoeders en filtervoeders. Voorbeelden zijn scleractine-koralen, mosselen, vissen, maar ook zeepieren, amfipoden en mosselen.
Wetenschappers zijn ook bezorgd dat organismen die plastic afval binnenkrijgen, kunnen worden blootgesteld aan verontreinigende stoffen die in het plastic worden opgenomen. Plastic afval vormt een gootsteen en een bron voor chemische verontreinigingen. Additieven die bij de vervaardiging van kunststoffen worden gebruikt, kunnen uit de kunststoffen in het mariene milieu terechtkomen. Aan de andere kant kunnen hydrofobe verontreinigende stoffen die in water aanwezig zijn, plastic deeltjes absorberen. Microplastics kunnen dus een mechanisme bieden om geconcentreerde verontreinigende stoffen naar organismen te transporteren.