BLOG

EPA 40 CFR 50 AppJ

Referentiemethode voor de bepaling van fijnstof als PM10 in de atmosfeer

EPA 40 CFR 50 AppJ

De methode onder EPA 40 CFR 50 AppJ is het meten van de massaconcentratie van fijn stof met een aerodynamische diameter gelijk aan of kleiner dan nominaal 10 micrometer (PM 1O) in de omgevingslucht gedurende een periode van 24 uur om te bepalen of de primaire waarde bereikt en onderhouden. Meetprocessen die worden uitgevoerd door het PM 10-monster te onderwerpen aan daaropvolgende fysische of chemische analyses zijn niet-destructief.

Het meetprincipe kan in het kort als volgt worden samengevat:

Lucht bij een constant debiet de omgevingslucht in een speciaal gevormde inlaat waar de zwevende deeltjes inert worden gescheiden in een of meer groottefracties in het PM 10-groottebereik. De lucht wordt aangezogen met de sampler. Elke groottefractie in het PM1O-groottebereik wordt opgevangen in afzonderlijke filters zoals bepaald. De berekening van de PM10-massaconcentratie in de omgevingslucht wordt uitgevoerd door de totale massa van deeltjes verzameld in het PM10-groottebereik te delen door het volume van de bemonsterde lucht.

U kunt contact opnemen met Nanolab Environmental Analysis Laboratory for the Determination of PM 10 Fractie van zwevende deeltjes.

12365